Een kop thee bestaat voor bijna 99% uit water. De waterkwaliteit is dus minstens zo belangrijk als de kwaliteit van de thee. Het water bepaalt de smaak en het aroma van de thee.
Water waar veel kalk of mineralen inzitten is niet geschikt voor een kop thee omdat kalk en mineralen in het water reageren met de enzymen in de thee.
Leidingwater
Leidingwater is minder geschikt voor het bereiden van thee. Het heeft een hardheid die onaangenaam is en bevat te veel mineralen die de smaak bederven.
Waterfilterkannen filteren via een koolstoffilter de grofste mineralen en chloorgas weg, die in leidingwater terug te vinden zijn. En dat smaak je in thee!
Mineraalwater en bronwater
De zogenaamde ‘natuurlijke’ waters worden direct vanuit de ondergrond in de fles gedaan en zijn zuiver of drinkbaar in hun natuurlijke staat. Leidingwater moet eerst worden bewerkt voor het drinkbaar is. Natuurlijk mineraalwater wordt gezuiverd en gefilterd door de gesteenten die zich in de ondergrond bevinden. De ondergrond en zijn gesteenten zijn niet overal gelijk. Daardoor heeft ieder mineraalwater een unieke minerale samenstelling.
Om thee te zetten, gebruik je best natuurlijk water met een laag gehalte aan mineralen. Sterk gemineraliseerd water heeft een uitgesproken smaak en beïnvloedt de kleur, smaak en aroma. Om het juiste water te vinden, is het belangrijk om de droogrest te kennen die vermeld wordt op de fles. De droogrest zijn de stoffen die zich in het water bevinden en niet verdampen bij een temperatuur van 180°C.
Dit zijn de verschillen in mineraalgehalte bij bronwater:
· Zeer laag: 0 tot 50 mg/l (Mont Calm en Spa blauw)
· Laag: 50 tot 250 mg/l
· Medium: 250 tot 800 mg/l (leidingwater in België en Nederland))
· Hoog: 800 tot 1500 mg/l
· Zeer hoog: 1500 mg/l en meer
In water met een lage droogrest kunnen thee-aroma’s zich optimaal ontwikkelen. Ook het mondgevoel is zacht en minder wrang.